23 november 2021, Online
Op 23 november kwamen we met een grote groep bestuurders, beslissers en andere mensen van hoog invloedsniveau bij elkaar tijdens het (digitale) diner pensant. Helaas geen fysiek diner, maar uiteindelijk wel een avond met vele smaken. De bijeenkomst vormt een stap in het proces om te komen tot een breed gedragen Agenda Natuurinclusief die op de Natuurtop 2022 op de Floriade gepresenteerd zal worden. De avond bracht ook meteen veel input voor de eerste versie van de agenda, de contourenschets die vóór het kerstreceswordt afgerond en daarna naar de Tweede Kamer en Provinciale Staten gaat.
Opzet van de avond en dit verslag
Na een introductie van Annemarth Idenburg over complexiteitsdenken is de groep in meerdere rondes uiteen gegaan. Toekomstvisies, ‘Elementen voor de toekomst die er echt toe doen, Dilemma’s en Spanningen werden besproken. Tot slot volgde een plenair deel over het persoonlijk leiderschap dat nodig is in deze transitie. In dit document volgt een weergave van de verschillende dialogen.
Toekomstvisie(s)
‘Wat zijn voor jou de elementen van een natuurinclusieve toekomst op jouw domein of werkveld die er echt toe doen om te realiseren voor de wereld van morgen?’
Met die vraag startten de groepsgesprekken. Op het einde van de bijeenkomst werd opgemerkt dat er in de antwoorden op deze vraag ‘veel systeem- en bestuurszaken werden benoemd.’, ‘Er is weinig gezegd over kwetterende vogels en een groene omgeving’. Dat klopt. Er is inderdaad veel gesproken over ‘het systeem’. Echter, tussen de regels door zijn er wel beeldende toekomstperspectieven benoemd. Samen vormen ze een inkijk in de collectieve toekomstdroom van deze groep:
De collectieve toekomstdroom?
Watergangen en oevers
Groene oases waarlangs planten en dieren migreren Blauwgroen netwerk dat door stad, natuur en landelijk gebied loopt
De otter is recent voor het eerst weer in het westen van het land gezien
Een fijnmazig netwerk van mensen, boeren, burgers, ondernemers, onderzoekers, natuurorganisaties leert samen en experimenteert samen
Er is een kruidenrijk grasland
Natuur staat ten dienste van mensen, mensen ten dienste van de natuur en landbouw, landbouw ten dienste van de natuur
Onkruid heeft een plek in het land Rommelige slootkanten hebben nut
Mensen vertellen verhalen over de natuur op verjaardagsfeestjes
Jongeren dragen vanuit lef en intrinsieke motivatie bij aan deze maatschappelijke verandering Een boer krijgt meer geld voor zijn productie, omdat het natuurinclusief is geproduceerd
Als je buiten loopt, zie je overloophoekjes, houtwallen, poelen en natuurvriendelijke oevers.
Nederland heeft een open landschap met hoge heggen en mooie boomsingels.
Wegen en spoorlijn zijn onderdeel van de natuur
Natuur is aanwezig in ieders omgeving, in de tuin, in de wijk, op het schoolplein, in de zorginstelling, op het bedrijventerrein en in iedere levensfase
Mensen voelen zich verbonden met de natuur en willen er voor zorgen We luisteren in een gebied naar wat men wilt, we zijn creatief, we maken tijd
We weten waar ons eten vandaan komt Natuur is een ‘need to have’.
Ook een bijstandsmoeder bezoekt met haar kinderen ‘groen’ dichtbij
Natuurinclusieve dijken, bergingen en andere waterelementen in het landschap
Scholen hebben een buitenlokaal ter grootte van een voetbalveld waar kinderen ervaren en leren hoe de natuur werkt
Elementen voor de toekomst die er echt toe doen
Naast de beeldende elementen voor de toekomst zijn er ook veel systeem elementen benoemd. Uit de gesprekken hebben wij vijf categorieën naar voren gehaald:
- Integraliteit
- De natuurinclusieve mens
- Pijn en keuzes maken – een Rijk met visie
- Leven, produceren en consumeren ‘met mate’
- Financieel
Integraliteit
De ontwikkeling van de domeinen als natuur, landbouw, water en steden zijn de laatste decennia los van elkaar ontwikkelt. Dat blijkt niet meer te werken. Verschillende opgaves kunnen elkaar juist versterken. Zo versterkt bijvoorbeeld betere waterkwaliteit de biodiversiteit en betere biodiversiteit de klimaatrobuustheid. De natuurinclusieve toekomst is een integrale ontwerpopgave. Hierbij moeten we af van tegenstellingen tussen cultuur en natuur.
Op dit moment worden natuur en biodiversiteit in de praktijk vaak nog als sluitstuk meegenomen bij ontwikkelingen. ‘’Bij grote opgaven op het gebied van infrastructuur en woningbouw zou natuur het uitgangspunt moetenzijn.’’ Samenwerking tussen partijen is daarbij essentieel, omdat er tussen natuur en leefomgeving nogal eens conflicten ontstaan. Integrale oplossingen zijn daarom van belang, zodat ook de natuur een kans krijgt.
Er staan al veel thema’s hoog op de agenda, zoals duurzaamheid, energieneutraliteit, klimaatverandering. Biodiversiteit komt daar als thema bij. Het wordt geadviseerd om te bekijken hoe biodiversiteit in verhouding tot de bestaande doelen staat. ‘Hoe kunnen we elkaar versterken?’
De natuurinclusieve mens
Om tot een natuurinclusieve toekomst te komen, is een cultuuromslag nodig. Mensen zijn verwijderd geraakt van de natuur, hoewel Covid er wel weer voor heeft gezorgd dat veel mensen de natuur zijn gaan (her)waarderen op het gebied van ontspannen en sporten Het besef dat de natuur een dagelijks onderdeel van ons bestaan is, ontbreekt echter nog. De natuur gaat niet alleen over ‘bloemen en bijtjes’. Natuur is soms ook lastig, vies en gevaarlijk. Het is voor zowel de mens, als de natuur, belangrijk dat de kloof tussen beiden wordt verkleind. Zowel letterlijk qua afstand, als ook figuurlijk. Onderwijs wordt als een domein gezien waar veel te winnen is op dat gebied.
Het is moeilijk om vanuit een kunstmatige omgeving de natuur te beschermen. Het is belangrijk om de natuur terug te brengen in de directe leefomgeving van mensen. Nabijheid van natuur versterkt de intrinsieke motivatie om Nederland natuurinclusiever te maken. In de natuur zijn, maakt een mens gezonder, gelukkiger, sterker en weerbaarder.
Spreken van ‘natuur’ aan de ene kant en de rest aan de andere kant is per definitie niet natuurinclusief. We moeten zoeken naar een breder natuurbegrip. Hierbij is de mens ook een element in de natuur. Natuur en ecosystemen bieden heel veel waarde, maar moeten ook gewaardeerd worden. “We doen het natuurlijk voor de natuur, maar – aangezien wij onderdeel zijn van de natuur we doen het ook voor onszelf.” Als dit besef doordringt, is de verwachting dat meer mensen en partijen er harder voor gaan lopen. Er werd gezegd dat ‘de grootste uitdaging in de ambitie van natuurinclusiviteit is dat mensen groen en natuur moeten gaan zien als levensbelang.’
Pijn en keuzes maken – Een Rijk met visie
Een natuurinclusieve toekomst vraagt om het maken van keuzesin het nu. Er werd benoemd dat het Rijk met grote penstreken en budgetten moet komen. Ondersteunend met perspectieven hoe het er uit zou kunnen zien, niet hoe het eruit moet zien. Grote lijnen op nationaal niveau zijn belangrijk, omdat het op een kleinere schaal kan verzanden in lokale belangen. Het Rijk moet de noodzaak laten zien. In de transitie naar een natuurinclusiever Nederland zijn er winnaars en verliezers. De pijn moet verdeeld worden en keuzes moeten worden gemaakt. Ook als dat geen leuke keuzes zijn. ‘Hoe gaan we de biodiversiteit- en stikstofcrisis, de strijd om ruimte en klimaatadaptatie oplossen? Dit gaan we niet oplossen met een regering die te weinig visie heeft en niet genoeg daadkracht toont om dit doelgericht en ambitieus aan te pakken.’ Op dit moment wordt er vooral symptoombestrijding gesignaleerd.
Leven, produceren en consumeren ‘met mate’
De oude wijsheid dat je niet het onderste uit de kan mag halen, kan van grote betekenis zijn voor het heden. Het verminderen van de manier van consumeren en het korter maken van ketens wordt als een belangrijk element gezien voor een natuurinclusieve toekomst. Bedrijven zouden hierin ook hun verantwoordelijkheid moeten nemen.
Financieel
Een natuurinclusieve toekomst vraagt om het zoeken naar de juiste verdienmodellen. Er gebeuren al veel goede dingen in het landelijk gebied, zoals weidevogelbeheer, landschapsbeheer en verbeteren van de biodiversiteit, maar deze zaken vormen geen economisch onderdeel van bijvoorbeeld het boerenbedrijf. ‘True pricing’ waarbij de werkelijke prijs voor goederen en voedsel betaald worden, is daarbij heel belangrijk. Natuur en ecosystemen bieden heel veel waarde (natuurlijk kapitaal). Breng deze bijdrage in ‘andere’ systemen in beeld.
INSTRUMENTEN
Een dilemma dat tijdens de gesprekken naar voren is gekomen is in hoeverre de Agenda doelen moet formuleren en in hoeverre concrete maatregelen. Een dilemma dat nog niet beslecht is. Tijdens de gesprekken zijn er wel veel concrete maatregelen en daarmee instrumenten benoemd. Er werd onder andere geadviseerd om tot een verstandige mix van maatregelen te komen. Een combinatie van wet- en regelgeving, als ook een maatschappelijk proces, wordt gezien als een belangrijke combinatie om het gewenste doel van natuurinclusiviteit te bereiken. Het breed communiceren van ‘goede voorbeelden’ is vaak benoemd als mogelijk instrument om het maatschappelijk proces te versnellen. ‘Het toepassen van slechts één maatregel of actie werkt zelden’. Hieronder volgt een overzicht van de instrumenten die zijn benoemd in relatie tot ‘de elementen voor de toekomst die er echt toe doen’.
Integraliteit:
- Flexibelere bestemmingsplannen, zonder hokjes als ‘agrarisch’ en ‘natuur’.
- Een grondcategorie tussen natuur en landbouw in.
- Combineren van budgetten(o.a. stikstof en de KRW) voor integrale aanpak.
- Natuurinclusieve verduurzaming goed meenemen in de Nederlandse doelstelling van ‘een miljoen nieuwe huizen’, door bijvoorbeeld het streven naar ‘het recht’ op een groene buitenruimte.
De natuurinclusieve mens
- Toekomstperspectievenopstellen van hoe het kan, niet hoe het moet.
- Een positieve blik op de toekomst.
- Bij een transitie worden zaken afgebroken, maar ook zaken weer opgebouwd. Het is belangrijk om ook de opbouw zichtbaar te maken: het delen van successen.
- Werk vanuit de gedachte om iets neer te zetten voor over twintig á dertig jaar.
- Ontwikkel duo-leiderschap: een ouder en jonger iemand die samen optrekken.
- Er moet nadruk gelegd worden op de morele plicht van mensen om goed voor hun omgeving te zorgen. ‘Er moet niet alleen naar verdienmodellen gekeken worden.’
- Onderwijs aan kinderen en professionals wordt als een belangrijk middel gezien voor meer natuurinclusieve bewustwording.
Leven, produceren en consumeren ‘met mate’
- Extra betalen voor producten – verandering verdienmodel – zodat de laatste hectare niet uitgeput hoeft te worden.
- Als voorbeeld is benoemd dat in België het verplicht is om een (tweede) toilet te hebben dat doorspoelt met regenwater, in Nederland is dat verboden. ‘Kan dat mogelijk gemaakt worden?’
- Vanaf 1 januari 2023 gaat de CSRD-wetgeving van kracht: wetgeving die bedrijven verplicht tot een duurzaamheidsrapportage. Dit kan een goed ‘haakje’ zijn om bedrijven aan te spreken op de eigen verantwoordelijkheid.
- Definitie van ‘welzijn’ wijzigen. Niet meer automatisch voor materieel welzijn gaan, maar ook voor geestelijk en lichamelijke welzijn. Dit kwam ook terug in de oproep om minder voor materiële welvaart te gaan, maar meer voor liefde voor de natuur, welzijn en gezondheid.
Pijn en keuzes maken
- Neem versterken van biodiversiteit al aan het begin van een beleidstraject mee.
- Ook de verliezers moeten worden meegenomen in de omslagdiscussie. Er zijn mensen die eraan verdienen. Verdeel de verdiensten eerlijk, zodat iedereen mee kan.
Financieel
- Natuur zou een monetaire waarde moeten krijgen, zodat je moet betalen als het stuk gemaakt wordt en er geld voor ontvangt als er goed voor wordt gezorgd.
- Minder kosten voor kapitaallasten van boeren om zo beter te zorgen voor biodiversiteit, maar wel inkomen te verdienen.
- Agrarisch natuurbeheer als dienst en daarmee als economische activiteit. Als tweede poot van het boerenbedrijf.
- Denk anders na over eigendomsrechten en transacties – ook een juridische uitdaging.
- Objectieve indexering van bedrijven kan voor een sturende rol zorgen: ‘hoe groen is een bedrijf of investeerder?’. ‘Bedrijven willen geen reputatieschade oplopen en kunnen helpen bij het creëren van meer bewustwording.’
- De waarde van een wijk of projectontwikkeling kan verhoogd worden door de natuur te betrekken, omdat daarmee de levenswaarde omhoog gaat. Daardoor wordt het aantrekkelijker om in die wijk te wonen en ook om een dergelijk project te ontwikkelen.
- Nieuwe verdienmodellen (zoals bij ‘agroforestry’) zijn kansrijk, maar daarbij moet ook naar de hoge (landbouw)grondprijzen gekeken worden.
Dilemma’s
In de tweede ronde groepsgesprekken is besproken wat dilemma’s en spanningen zijn die men ziet richting een Natuurinclusief Nederland.
‘Wat zijn volgens jou de twee tot drie meest grote dilemma’s of spanningen waar je tussen moet kiezen als je het toekomstbeeld dat besproken is, wil realiseren? Welke vraag stel je daarvoor aan je eigen organisatie vanuit de keuzes die voorliggen?’
De paragrafen hieronder geven weer welke dilemma’s sterk naar voren kwamen. Dit zijn er 5:
- Draagvlak versus Keuzes maken
- Economie versus Ecologie
- Vrijblijvend versus Normering
- Doelen versus Doen
Draagvlak versus Keuzes maken
Er is veel haast gegeven de staat van de biodiversiteit en het klimaat. Er is een oplossing nodig waarin iedereen is meegenomen. Zo’n proces kost veel tijd en er is een enorm overlegcircuit. Tegelijk moeten er keuzes worden gemaakt. Niet alles kan. Organisaties hebben niet de luxe om jaren te doen over het polderen, maar tegelijkertijd is de hele structuur daar wel op ingericht. Dilemma wordt ook wel verwoord als: Tijd – Tempo: hoe snel kan het?
Economie versus Ecologie
Kiezen tussen de economie en de ecologie wordt als een grote tegenstelling in de samenleving ervaren. De kunst is hoe die tegenstelling kan worden omgedraaid, waarbij de wederzijdse belangen gediend worden. Ook wel verwoord als versterken van de economie én de draagkracht van de planeet. Natuur (ofwel ecosysteemdiensten) zou als basisvoorwaarde voor de economie gezien moeten worden, waarbij we meebewegen met de natuur in plaats van strijden tegen de natuur.
Op het gebied van natuurinclusiviteit moeten kosten vaak nu gemaakt worden, terwijl de baten naar de toekomstige generaties gaan. Voor de korte termijn is het makkelijk om niets met natuur te doen, voor de lange termijn is dat funest. De mens denkt niet over generaties heen. De korte termijn staat vaak voor economisch belang en de lange termijn vaak voor duurzaamheid. De vraag die gesteld werd is: ‘Wat kunnen we doen om publiek en bestuurders te overtuigen van het langetermijnperspectief, om aan de hand daarvan te bepalen wat er vandaag moet gebeuren?’
Vrijblijvend versus normering
In veel groepen is er gesproken of – om natuurinclusiviteit te behalen – het nodig is om kaders en normen vanuit de overheid op te stellen. ‘Krijg je met kaders en normen juist het effect dat de norm niet het minimum, maar het maximum wordt voor het handelen? En het dus niet verder wordt gestimuleerd?’ Er zijn hierover verschillende dingen gezegd tijdens de groepsdialogen. Sommigen zijn van mening dat we elkaar de ruimte moeten geven om het anders te mogen doen. ‘Het gaat niet om de regels, het spel moet veranderen.’ Anderen geven aan dat een norm prettig is, omdat je daarmee het makkelijker controleerbaar maakt. Dit dilemma werd ook wel benoemd als ‘vrijheid versus afdwingen’ en ‘inspireren versus normeren’. Veel reacties laten een genuanceerd beeld zien: ‘Het is niet goed om alles te normeren, maar nu is het té vrijblijvend. Hierdoor worden niet de nodige stappen gezet.’ Er werd geadviseerd om nu nog voorzichtig te zijn met het opstellen van regelsen normen, omdat nog niet precies duidelijk is wat bereikt moet worden. De opgave wordt nog als te complex gezien. ‘‘We moeten groener worden’ is een te simpel statement.’ Richtlijnen zouden wel kunnen helpen om te voorkomen dat het té los wordt. Een ander perspectief is dat zowel inspireren als normeren nodig zijn. ‘Je hebt altijd starters en trage volgers’. Er zou dan ‘een ondergrens met handvatten moeten komen met daarin wat er minimaal moet komen en bijbehorende sancties wanneer dit niet wordt gedaan. Daarnaast zouden goede praktijken beloond moeten worden en mainstream gemaakt moeten worden.’
Doelen versus doen
Er is enerzijds geadviseerd om te sturen op doelen in plaats van maatregelen, omdat ‘natuurinclusiviteit anders een uitgehold begrip kan worden.’ Een hoofddoel zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat ‘natuur over vijftien jaar veel meer gewaardeerd wordt en het belang hiervan verankerd wordt.’ Tegelijkertijd was er tijdens het dialoog ook een sterke roep om doen, waarbij ook ongeduld over de processen tot nu toe voelbaar was. ‘Na jaren van groepsgesprekken met goede intenties, is het geloof in werkelijke oplossingen een beetje verdwenen. Er is nu een brede agenda nodig om te doen.’ Er werd daarnaast gezegd dat het ‘mooie van het programma is dat alle thema’s meegenomenworden: landschap, infrastructuur, water, stedelijk gebied en recreatie.’ Een brede visie is welkom, maar er moet ook gekeken worden waarmee het verschil gemaakt kan worden en wie dit moet en kan gaan doen. ‘Een grote droom is prachtig als deze gecombineerd wordt met concrete acties.’
Een ander dilemma dat in lijn is met het laatste dilemma, is het dilemma ‘wat doe je wel, wat doe je niet’? Kies je voor ‘klein en snel of voor complex en trager’. Dit dilemma werd ook omschreven als ‘kies je voor een publieke aanpak waarmee veel kleine dingen in gang worden gezet of voor een aanpak waarbij naar de grootste impact op de natuur wordt gekeken.’ Daarnaast werd het dilemma ‘pilot versus systeemverandering’ omschreven. We denken vaak ‘we gaan het nog eens uitproberen’. Met pilots is het niet mogelijk om samenhang in te regelen. Tot slot werd er ook besproken dat om natuurinclusief te handelen, je soms dingen niet moet doen. ‘We willen altijd dingen doen, we moeten ook leren dingen gewoon niet te doen.’
Andere dilemma’s die naar voren kwamen die een specifiek domein raken:
- Grondbezit en bestemming – Gezamenlijke doelstellingen
Moet een natuurorganisatie streven naar zoveel mogelijk grond om te beheren, of naar zoveel mogelijk natuur en biodiversiteit? Dat vraagt om andere houdingen en verhoudingen van organisaties, overheidspartijen en marktpartijen. - Consument – Burger
Het is een dilemma dat de consument iets anders vindt dan de burger. - Natuurinclusieve stad – Compacte stad
Er is enerzijds de wens om een natuurinclusieve stad te bouwen, en aan de andere kant de wens om steden compact te houden. Een natuurinclusieve stad vraagt om ruimte.
Spanningen
Naast de dilemma’s zijn er spanningen benoemd. Deze spanningen kunnen niet verwoord worden als […] versus […], maar laten wel zien waar er nu al uitdagingen en obstakels zichtbaar en voelbaar zijn.
Vijf spanningen waar veel over is gezegd, zijn:
- Druk op ruimtegebruik
- Natuurinclusiviteit buiten de kerntaken
- Keuzes maken en (politieke) ruimte
- Inclusief / Exclusief
- Weinig besef van natuur
Druk op ruimtegebruik
‘De druk op de ruimte’ is vaak benoemd als spanningsveld. Het is van velen een zorg hoe ruimte voor de natuur behouden en gecreëerd kan worden. Een natuurinclusieve ruimtelijke inrichting vraagt om een omgang met natuur en landschap die o.a. rekening houdt met het natuurlijke bodem- en watersysteem. Dat betekent ook dat ‘niet alles kan overal’. Dat is heel anders dan het zelfbeeld dat in Nederland heerst dat ‘alles overal kan’.
Druk op ruimtegebruik in relatie tot natuurinclusiviteit wordt (in ieder geval) ervaren rondom de energietransitie, de landbouw, de woningbouw en de infrastructuur. Vanwege de beperkte ruimte en de beperkte financiën, moet continu de afweging worden gemaakt tussen de belangen van verschillende ontwikkelingen en de individuele belangen van bedrijven en organisaties. Er is veel gesproken over de noodzaak voor een integrale aanpak van de ruimtelijke ordening. Er werd ook gezegd dat daar nog veel voor nodig is. Zowel om dat bestuurlijk vorm te geven, als dat het altijd aan de voorkant van projecten meegenomen wordt. Dat gaat niet vanzelf. Er werd benoemd dat de NOVI enigszins keuzes maakt, maar dat het niet voldoende door werkt. Regie, daadkracht en visie op de ruimte wordt gemist om dit vraagstuk doelgericht én ambitieus aan te pakken.
Het gevoel ‘dat natuur altijd achteraan staat wanneer het gaat over de grote economische drivers in Nederland’, zorgt ook voor spanning. ‘De energietransitie en woningbouw hebben meer kracht in het politieke domein. Het geluid vanuit de natuur wordt hierin niet direct gehoord: de natuur heeft geen mond en geen geld. Dat betekent dat de natuur dus geen macht heeft, dus wordt het geluid van de natuur niet gehoord.’
Natuurinclusiviteit buiten de kerntaken
Natuurinclusief denken en doen raakt aan een ‘kerntakendiscussie’ van organisaties. Het vraagt van een organisatie om verder te kijken dan de eigen taken die op papier staan. ‘Hoe brengen we het natuurbeleid verder dan waar het nu zit, waarbij iedereen denkt: het is niet mijn pakkie an?’
Een transitie naar natuurinclusiviteit heeft effecten voor de achterban van organisaties en bedrijven. Dit brengt mee dat oude waarden moeten worden losgelaten en vaak vindt een deel van de achterban het ingewikkeld om dit gesprek te voeren. Dit wordt als een spanningsveld ervaren. De wens is dat het onderwerp ‘natuurinclusief’ breder gedragen wordt dan de ‘afdelingen natuur’. Het sluit aan bij het advies om ook aan de maatschappelijke verandering te werken: ‘Het is belangrijk om natuurinclusiviteit tot een maatschappelijk proces met een morele kant te maken, want het is de vraag of sec met wet- en regelgeving en verdienmodellen het gewenste resultaat wordt bereikt.’ Dit roept tegelijkertijd de uitdaging op om het een verankerde plek te geven binnen de eigen organisatie. De Waterschappen werden benoemd als voorbeeld van een organisatie waar het goed gelukt is om het verbeteren van biodiversiteit te koppelen aan de kerntaken. ‘Een watergang met natuurlijke oevers kan meer water bergen. Door de koppeling aan de kerntaken is het meer gaan leven. Dat kan bij meer branches een lonkend perspectief zijn.’
Keuzes maken en (Politieke) ruimte
Soms wordt er niet de (politieke) ruimte gegeven om verder te investeren om tot een natuurinclusieve oplossing te komen. De huidige structuren zitten vast en mensen die willen experimenteren, moeten tegen de stroom in zwemmen. ‘Zowel bij boeren, als ketenpartijen is de marktwerking sterk en de politiek maakt geen keuze.’ Dat zorgt voor spanning.
Er werd ook besproken dat het niet alleen de politiek is die keuzes moet maken. Als organisatie of bedrijf besluiten wat je níét meer gaat doen kan ook spanning geven. ‘Voor welke klanten gaan we niet meer werken vanuit de visie van de organisatie voor een meer natuurinclusieve maatschappij?’ Het is een spanning die raakt aan het stellen van prioriteiten. ‘De tijd van makkelijke keuzes is wel voorbij. Je moet fundamentele keuzes maken ook richting het systeem.’
Inclusief / Exclusief
Spanning werd ervaren in hoeverre de transitie inclusief is: ‘natuurinclusief mag geen elitegoed zijn of worden.’ Mensen met geld kunnen gezonde voeding betalen en in een gezonde omgeving gaan wonen en de armere kant van de maatschappij kan dat niet betalen.’ Als de toegankelijkheid van het proces: ‘hoe spreken we de juiste taal, zodat we met elkaar in verbinding zijn en elkaar echt kunnen begrijpen?’ Ook de wens om naast de coalition of the willing, ook anderen mee te krijgen, kwam een aantal keer naar voren gedurende het gesprek.
Weinig besef van natuur
De ervaring van een aantal deelnemers dat mensen soms geen besef hebben van de natuur, wordt als een spanning ervaren. ‘Hoe kunnen we onze huidige comfortabele leefstijl naar toekomstige generaties verantwoorden?’ is een gewetensvraag die benoemd werd. De mens heeft zich de laatste decennia steeds meer afgesloten van de natuur en een kunstmatige leefomgeving gecreëerd en komt de urgentie om de natuur te gaan beschermen. Die paradox wordt als een spanningsveld gezien. Er werd opgemerkt dat natuur vaak wordt neergezet als kwetsbaar, terwijl het als noodzakelijk zou moeten worden neergezet. ‘Het is geen nice-to-have, maar een ‘need-to-have’. ‘Hoe krijgen we die mindshift voor elkaar?’ Zowel voor burgers, overheden als bedrijven? Daarbij werd benadrukt dat er niet moet worden gedacht: de anderen doen het wel.
Overige spanningen die naar voren kwamen, maar in mindere mate:
- Lokaal, globaal
In toenemende mate zijn bedrijven die zich in Nederland vestigen niet Nederlands. ‘De besluiten en het DNA liggen elders.’ De soms gebrekkige inbedding in de Nederlandse samenleving maakt het daarmee moeilijker om op het morele appèl te acteren.’ - Huidig natuurbeleid
Er wordt spanning ervaren ten opzichte van het huidige natuurbeleid. De ervaring is dat ‘de wijze waarop het tot stand komt, het gevolg heeft dat de natuur steeds verder van ons en de natuur af komt te staan.’ Hierdoor zijn veel deskundigen afgehaakt, waardoor de afstand nóg groter wordt. Er is de wens voor een ander systeem van natuurbeleid. - Algemeen belang, individuele belang
er wordt een spanning ervaren tussen het algemene belang en het individuele belang van burgers, ondernemingen en boeren.
Eigen rol en leiderschap
‘Wat vraagt het streven naar natuurinclusiviteit van mijn persoonlijk leiderschap?’ was de vraag die centraal stond tijdens het laatste gedeelte van de bijeenkomst. Hieronder het collectieve beeld van persoonlijk leiderschap om natuurinclusiviteit te bevorderen.
Leiderschap
Levenslust en hoop om tot actie te komen Diepgevoelde verantwoordelijkheid voor het collectief, nu en later
Onderzoekende en samenwerkingsgerichte houding Nieuwe generatie laten mee besturen
Niet over hen hebben, maar met hen
Bij elke opdracht bedenken wat je met natuur doet Het voorleven
Paar uur per week gastdocent zijn op een school Natuur is ook vies, modderig en onhandig. Besef dat.
Met elkaar meer durven, meer mogen leren
Proactieve en agenderende houding als de vraag nog niet in een opdracht ligt Laten zien dat het wel kan
Contact houden met mensen die de beweging moeilijk mee kunnen maken Krachten van onverwachte partijen in eigen achterban zoeken en betrekken Denken in kansen en mogelijkheden. Houd een open vizier.
Durf onaangenaamheden te benoemen.
Laat argwaan thuis en durf een ander wat te gunnen.
Benoem eigen kwetsbaarheid en spanningen Wat zit er in je hart, wat drijft je echt?
Beweging begint vanuit het hart
Tips voor de agenda
‘Tips voor de Agenda Natuurinclusief’ stond niet als onderwerp centraal tijdens het diner pensant, maar tijdens de gesprekken zijn er wel veel tips gegeven. Deze zijn hieronder gebundeld.
Tips over de plaatsing van de agenda t.o.v. andere ontwikkelingen
- ‘Door de coronacrisis is het denken over gezondheid anders geworden. We snappen dat natuurinclusief ook iets betekent om dit soort dingen te voorkomen en onze gezondheid te verbeteren. Er is veel onderzoek naar de samenhang tussen een groene omgeving en gezondheid.’ Er werd geadviseerd dat mee te nemen in de ontwikkeling van de Agenda Natuurinclusief.
- Er sprake is van een transitie naar een andere manier van leven. Het delen van auto’s en scooters wordt bijvoorbeeld door jongeren als een prima alternatief ervaren. Misschien moet die gedachte groter gemaakt worden en moet er gewerkt worden aan een andere manier van samenleven. Er is ook gezegd dat er te veel gekeken wordt naar bepaalde zaken, zoals voldoende wegen, voldoende ziekenhuizen, maar het gaat niet alleen om de fysieke, harde componenten.
- Er staan al veel thema’s hoog op de agenda, zoals duurzaamheid, energieneutraliteit, klimaatverandering. Biodiversiteit komt daar als thema bij. Het wordt geadviseerd om te bekijken hoe biodiversiteit in verhouding tot de bestaande doelen staat.
Focus op wat goed gaat
Focus op wat goed gaat. Geef de voorlopers een push in de rug, dat geeft mensen moed. Boeren en natuur gaan vaak niet goed samen, werdgeconstateerd, maar er zijn ook genoeg voorbeelden hoe het anders kan. Boeren die zich inzetten voor biodiversiteit, natuurbeheer en natuurverbetering. Het is belangrijk om dat te laten zien. Vragen die daarbij werden geopperd: ‘Hoe gaan we opschalen op een lerende manier?’ en ‘Hoe gaan we opschalen met oog op de voorlopers?’
Relaties tussen partijen
Alle partijen moeten zich realiseren dat ze op een andere manier moeten gaan functioneren, ook in relatie tot elkaar. Daar ligt een taak voor de agenda.
Landbouw
Landbouw is genoemd als belangrijk domein voor de natuurinclusieve transitie. Er werd opgemerkt dat steeds meer boeren de natuur meenemen in hun bedrijfsvoering. Er werd voor de agenda geadviseerd om naar het gehele voedselsysteem te kijken. Er is een kans om in de agenda te inspireren met goede voorbeelden op dit gebied.
Vervolg
De activiteiten van het consortium zijn de komende maanden gericht zich op de presentatie van de Agenda op de Natuurtop in juni 2022 in Flevoland. In aanloop daar naartoe is een Toekomstconferentie gepland met een brede deelname vanuit verschillende domeinen om te komen tot een gedeeld toekomstbeeld in 2050.
Onderdeel van dit vervolg is het vinden van de juiste organisatievorm die ook na de oplevering van de Agenda 1.0 in 2022 zich kan blijven inzetten voor de verdere ontwikkeling en aanscherping van de Agenda.