Samen komen we verder. Wat kunnen we van elkaar leren als we over de schutting kijken? In de rubriek ‘Kruisbestuivers’ stelt een domeintrekker zijn vraag aan de trekker van een ander domein.
In deze aflevering:
domeintrekker Vrijetijdseconomie Angelique Vermeulen vraagt Victor Beumer en Kyra van de Valk, domein Bouw: heeft groen al een vanzelfsprekende plek in de bouw?
(Beeld: Aandevallei)
Groen dichtbij
De groei van de bevolking zet door. Al die bewoners willen graag naar buiten en dat is belangrijk voor hun fysieke en mentale gezondheid. Het is van belang dat ze dicht bij huis kunnen recreëren in een groene omgeving. Dit verlaagt de drempel om even ‘naar buiten’ te gaan en ontlast bovendien kwetsbare natuurgebieden. Wordt een groene leefomgeving al meegenomen in de aanpak van nieuwe woonwijken? Zijn er opties om extra groene recreatieruimte en gezondheid mee te nemen in de natuurinclusieve bouweisen (vierkante meters groen gekoppeld aan vierkante meters bebouwing)?
Victor Beumer en Kyra van de Valk
“Een groene leefomgeving wordt steeds vaker meegenomen in de
aanpak van nieuwe woonwijken, gelukkig! De volgende natuurinclusieve woonwijken
zijn enorm inspirerend:
Maar het lukt lang nog niet altijd. Dat heeft verschillende redenen. Allereerst is er vaak een tekort aan ecologische kennis en capaciteit bij stadsplanners en – ontwikkelaars. Dat kan leiden tot een de onderwaardering van groen in nieuwbouwprojecten.”
Nog niet altijd vertrouwd met (de winst van) natuurinclusief
“Daarnaast zijn ontwikkelaars en inkopers bij gemeenten en provincies niet altijd vertrouwd met het thema natuurinclusief bouwen en ontwikkelen. Dan blijft de focus liggen op conventionele ontwikkelingen. Bovendien kunnen de voordelen van groene leefomgevingen, zoals verbeterde luchtkwaliteit, gezondheidsvoordelen en verhoogde vastgoedwaarden, nog niet altijd duidelijk in euro’s worden uitgedrukt. Dit maakt het voor ontwikkelaars moeilijk om de meerwaarde van groene investeringen te rechtvaardigen, vooral in een competitieve markt waar kosten en winst centraal staan.”
Te weinig voorschriften en stimulansen
“De regelgeving biedt nog niet altijd voldoende voorschriften en stimulansen voor ontwikkelaars om groene leefomgevingen op te nemen. Een flink deel van de ontwikkelaars zal wachten met natuurinclusief bouwen totdat de regelgeving of de uitvraag daarom vraagt. Het is van cruciaal belang om deze obstakels aan te pakken en bewustwording te vergroten om de voordelen van groene leefomgevingen volledig te benutten in de ontwikkeling van nieuwbouwwijken.”
Wat helpt: minimale groennormen voor alle gemeenten
“Groennormen variëren aanzienlijk tussen gemeenten, afhankelijk van hun specifieke behoeften en kenmerken. Dit maakt een uniforme benadering lastig. Het verplicht stellen van minimale groennormen voor alle gemeenten zou helpen. Hoewel lokale variabelen van belang blijven, moet een basisniveau van groene ruimte voor elke gemeente een prioriteit zijn. Dan verbetert de algehele kwaliteit van leven en verduurzaamt de stedelijke omgeving.”

3-30-300: voor een korte afstand tot groen
“De 3-30-300-richtlijn van Cecil Konijnenberg zou een goede aanvulling op de groennorm zijn. De regel vraagt het volgende: Mensen zouden vanuit hun raam minimaal 3 bomen moeten kunnen zien; alle wijken zouden minimaal 30% boomkroonbedekking moeten hebben; mensen zouden maximaal 300 meter van een groene plek moeten wonen. Korte afstanden naar groen stimuleren recreatie en maken het gemakkelijk voor mensen om in de natuur te ontspannen en actief te zijn.”
Betrek bewoners voor groen van meer kwaliteit
“Naast deze groennormen en richtlijnen is het belangrijk om bewoners te betrekken. Dat leidt tot een gevoel van eigendom en verbondenheid. De groene vierkante meters voldoen dan beter aan de behoeften en voorkeuren van de lokale bevolking, en zijn dus beter toegankelijk. Deze groene vierkante meters bevorderen fysieke activiteit, ontspanning en sociale interactie, en dat komt de fysieke en mentale gezondheid ten goede. Bewonersparticipatie versterkt ook het gemeenschapsgevoel en kan leiden tot duurzame, goed onderhouden groene voorzieningen die de levenskwaliteit in stedelijke gebieden aanzienlijk verhogen.”
De volgende keer in de rubriek Kruisbestuiving:
Victor en Kyra stellen hun vraag aan het domein Financiën:
Is natuurinclusief handelen duurder?
De noodzaak naar natuurinclusief handelen wordt groter en groter. Is dit nou duurder of goedkoper dan conventioneel handelen?
Enerzijds kijken we naar de uitvragende partijen; dat zijn o.a. provincies, gemeenten, beheerders van energie-infrastructuur en waterbeheerders (o.a. RWS, waterschappen en waterbedrijven).
Moeten deze partijen extra budgetten gaan reserveren om dit natuurinclusief handelen te kunnen betalen?Anderzijds wordt er naar de leverende partijen gekeken; dat zijn o.a. de ontwikkelaars bij Bouw, Infra en Energie, of de boeren bij Landbouw of waterbouwers bij Water. Moeten zij hun verdienmodel nu radicaal veranderen of valt dat wel mee?