In navolging van de landelijke Agenda Natuurinclusief willen de provincies een eigen agenda opstellen, zo vermeldt de Agenda 1.0. Provincie Overijssel zette hiervoor al de eerste stappen. Jessica Winter, beleidsmaker bij de provincie, vertelt over de aanpak.
“In Overijssel beginnen we niet bij nul: we zijn al vijf jaar bezig om de natuur buiten de natuurgebieden te versterken en mensen en natuur te verbinden. Via ons programma ‘Natuur voor elkaar’ staat er al een groot Overijssels netwerk,” vertelt Jessica Winter. “Parallel aan dit proces zijn we nu aan de slag met een verkenning hoe we de provincie nog natuurinclusiever kunnen maken en wat dit vraagt van de provincie Overijssel. We onderzoeken twee dingen. Hoe kunnen we alle provinciale projecten natuurinclusief maken? En: hoe stimuleren we de verschillende maatschappelijke domeinen op Overijssels niveau om werk te maken van natuurinclusiviteit?”
Verkennende gesprekken
Jessica Winter voerden samen met collega’s de afgelopen tijd veel gesprekken met partijen binnen en buiten de provincie. Een belangrijke groep zijn de gedeputeerden. “De bestuurlijke opdracht om de Agenda Natuurinclusief te vertalen naar Overijssel ligt er nog niet. Maar met het oog op de komende provinciale verkiezingen wilden we graag van elke gedeputeerde weten wat hun ambities op gebied van natuur zijn. We vroegen: waar in jouw portefeuille past het idee van natuurinclusief en welke kansen, maar ook welke knelpunten zie je en wat heb je nodig om de kansen te benutten?”

Verantwoordelijkheid
De reacties in de gesprekken waren positief, iedereen onderschrijft het belang van natuur en ziet ook wel concrete kansen gezien. Tegelijkertijd kunnen natuur en biodiversiteit nog een stevigere plek krijgen in de uitvoeringsprogramma’s, zoals van wonen, ruimtelijke ordening of sociale kwaliteit, weet Jessica Winter. “We moeten nu van positieve woorden naar concrete ambities van de verschillende afdelingen zelf. De afdeling Ruimte moet het natuurinclusief bouwen aanjagen, de afdeling beheer moet het ecologische bermbeheer opnemen in eigen programma’s. Die eigen verantwoordelijkheid is cruciaal voor de natuurinclusieve beweging.”
Spelers met invloed
Voor de gesprekken met partijen buiten de provincie, keken Jessica Winter en collega’s per domein wie de spelers met invloed op Overijssels niveau zijn. “We vroegen hen: ‘jullie landelijke vertegenwoordigers hebben natuurinclusieve ambities, hoe kunnen die hier in Overijssel handen en voeten krijgen?” Ze voegden de domeinen zorg en onderwijs toe. “Daar zien we veel enthousiasme om te werken aan natuurinclusief.”
Handgeld zeer welkom
De uitkomst van de verkenning ligt in september voor bij Gedeputeerde Staten. De portefeuillehouder Natuur is, zegt Jessica Winter, ook erg benieuwd hoe de landelijke Agenda de provincies gaat helpen. “‘Handgeld’ om de beweging in de provincie verder te versnellen is zeer welkom. Bijvoorbeeld voor een lectoraat Natuurinclusief bij hogescholen. Ook welkom is nieuw, landelijk instrumentarium. Een handreiking voor gemeenten om natuurinclusief te bouwen bijvoorbeeld, of om te werken aan de basiskwaliteit natuur. Veel gemeenten hebben die kennis niet in huis, van de 25 gemeenten hebben er maar drie een eigen ecoloog in dienst. Als deze instrumenten vanuit de landelijke Agenda worden ontwikkeld, voorkomen we dat elke provincie het eigen wiel moet uitvinden.”